Botryllus schlosseri (Pallas, 1766) Paarse geleikorst
| Kenmerken | De zoïden zitten in een stervormig patroon rond de uitstroomopeningen. |
|---|---|
| Kleur | Variabel, paars/blauw komt het meeste voor, de zoïden hebben een contrasterende kleur. |
| Voorkomen | Oosterschelde en Grevelingen. |
| Voedsel | Filtreerder. |
| Voortplanting | Hermafrodiet. Asexueel door splitsing. |
| Grootte | Kolonies kunnen enkele vierkante centimeters substraat bedekken. |
De paarse geleikorst groeit ook op andere sessiele levensvormen zoals andere zakpijpen en wieren.

